Projecten

De vitaliteit van artsen en andere gezondheidzorgprofessionals is belangrijk voor de kwaliteit van zorg. De afgelopen jaren is vitaliteit van artsen een veelbesproken onderwerp in de media en in wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek liegt er niet om. De vitaliteit van artsen staat steeds meer onder druk door veeleisende en veranderende werkomstandigheden zoals een hoge productiedruk, de emotionele belasting van het werk, en toegenomen administratieve lasten. Vaak richt onderzoek én praktijk zich op verminderde vitaliteit (bv. burn-out) en de bijbehorende negatieve gevolgen voor de patiëntenzorg. Tegenwoordig is er echter steeds meer aandacht voor het bevorderen van de werkomstandigheden en de vitaliteit van artsen. De onderzoeksgroep Professional Performance & Compassionate Care voerde het project ‘Professionaliteit in Vitaliteit’ uit, en zet zich momenteel in onderwijsprojecten in om de vitaliteit van artsen te bevorderen.

Professionaliteit in Vitaliteit

In 2016 ontvingen we samen met VeiligheidNL en Medox een subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor het project ‘Professionaliteit in Vitaliteit’. In dit project is een evidence-based vitaliteitsmodule ontwikkeld en gepilot om artsen en vakgroepen te faciliteren in het bevorderen van hun werkomstandigheden en vitaliteit. In september 2017 rondden we het project succesvol af. Het ontwikkelde vitaliteitsprogramma bestaat uit a) een vitaliteitsmeting, b) een gefaciliteerde groepsbespreking van de resultaten, en c) een teamtraining communicatie en team job crafting. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.

Onderwijs

In het onderwijs is de onderzoeksgroep vertegenwoordigd in het bachelorprogramma ‘Opmaat naar de Praktijk ’ en in het Discipline Overtijgend Onderwijs (DOO). Bachelor studenten gaan in dit programma in gesprek met coassistenten over het begrip vitaliteit en wat zij – en ziekenhuizen – eraan doen om bevlogen te kunnen (blijven) werken. De tweedaagse cursus ‘Vitale AIOS’ voorziet in wetenschappelijke inzichten over professional performance en werkgerelateerd welzijn. Tijdens de cursus oefenen aios oefenen met het verkennen en bevorderen van de eigen vitaliteit.

In het AMC maar ook binnen andere academische ziekenhuizen, ervaren steeds meer PhD kandidaten problemen rondom hun opleiding. Zo zijn er klachten over de begeleiding, over de onderzoeken inhoudelijk, en over het welzijn van de PhD kandidaten. De (kwaliteit van de) opleiding van PhD kandidaten behoeft dan ook verbetering.

Het ReSQuE (Research Supervision Quality Evaluation) project probeert bij te dragen aan het verbeteren van de (kwaliteit van de) opleiding door te focussen op het opleidingsklimaat. Veronderstelt wordt namelijk dat het verbeteren van het opleidingsklimaat, bijdraagt aan een betere (kwaliteit van de) opleiding. Aan de hand van het project wordt er onderzoek gedaan naar de opleiding en begeleiding van promovendi binnen het AMC. Het onderzoek is erop gericht het opleidingsklimaat van onderzoeksgroepen te monitoren. In het project wordt dan ook een meetinstrument ontwikkeld wat gericht is op de verschillende onderdelen van het opleidingsklimaat van onderzoeksgroepen. Het meetinstrument zal worden ingezet om het opleidingsklimaat te monitoren.

Momenteel is het project in de fase waarin het instrument ontwikkeld wordt. Aan de hand van focusgroepen is informatie verzameld over de verschillende onderdelen die belangrijk zijn in het opleidingsklimaat van onderzoeksgroepen. Deze onderdelen vormen later verschillende onderwerpen in het meetinstrument. We zijn nu bezig om de gevonden onderdelen wetenschappelijk en theoretisch te onderbouwen. De volgende stap zal het opstellen van items zijn.

Via de website kunt u op de hoogte gehouden worden van het project en de status ervan.

Vanaf 2020 geldt er een nieuwe eis voor de individuele herregistratie van medisch specialisten. De specialist is vanaf dan verplicht om eenmaal per vijf jaar het persoonlijk functioneren te evalueren met behulp van feedback van collega’s uit zijn of haar directe werkomgeving, en de resultaten hiervan te bespreken met een onafhankelijke coach. Kortweg de IFMS-eis genoemd, Individueel Functioneren van Medisch Specialisten.

AMC-aanpak
In het AMC werkten de professional performance onderzoekers in opdracht van de RvB en samen met de specialisten, afdelingshoofden en de HR afdeling een IFMS-aanpak uit. In dit model:

  • Staat de professionele ontwikkeling van de specialist echt centraal. In 2 uur tijd wordt samen met de professional development coach toegewerkt aan een concreet ontwikkeldoel. 
  • De coaches zijn (hoofdzakelijk) medisch specialisten uit eigen huis. De keuze voor de coach ligt bij de medisch specialist, maar kan niet iemand uit de eigen divisie zijn. 
  • De coaches zijn getraind in het voeren van een waarderend, positief en oplossingsgericht ontwikkelgesprek volgens de DANA methode, ontwikkeld door drs Annemiek Nooteboom in samenwerking met de onderzoeksgroep Professional Performance & Compassionate Care.
  • Voor de coaches zijn er periodiek begeleide intervisiebijeenkomsten
  • Voor het verzamelen van feedback wordt gebruik gemaakt van evidence-based tools. (Zoals INCEPT, SETQ
  • De IFMS activiteiten worden met behulp van wetenschappelijk onderzoek geëvalueerd. 

De aanpak is vastgelegd in een protocol. Verschillende UMC’s maakten dankbaar gebruik van het AMC voorbeeld. Mocht u interesse hebben neem dan contact met ons op. 

Quality of Care and Quality of Caring: de ontwikkeling van een compassie interventie voor arts-assistenten

Compassie is een cruciaal onderdeel van goede zorg. Hoe beschrijven arts-assistenten (AIOS) en patiënten compassie in het Amsterdam UMC? Hoe kan compassie worden ontwikkeld bij AIOS? In dit project – gefinancierd door het onderzoeksinstituut Amsterdam Public Health, programma Quality of Care (APH QoC) – ontwikkelden we een compassie interventie voor AIOS en gaven we antwoord op deze en andere vragen. 

 

Hier vind je het uitgebreide verslag van het project: link.  


In de interview studie die voortkwam uit dit project onderzochten Maarten Debets en collega’s de de opvattingen van patiënten en die van AIOS met betrekking tot compassievolle zorg. Het onderzoek liet zien patiënten en AIOS zowel dezelfde als verschillende opvattingen hebben over compassievolle zorg en dat het belangrijk is voor de medische praktijk om deze verschillen te begrijpen. Belangrijke implicaties uit het onderzoek zijn dat AIOS getraind moeten worden in hoe zij patiënten om hun behoeften vragen, dat AIOS belemmerende ideeën hebben over het concept en de praktijk van compassievolle zorg en dat geneeskunde en geneeskunst niet los van elkaar gezien kunnen worden. Nieuwsgierig naar de publicatie? Houd onze website dan goed in de gaten.

 

Wil je meer weten over het project of de training? Mail gerust naar r.bogerd@amsterdamumc.nl  

Zin in Zorg! Deze nieuwe beweging gaat en staat voor mentaal fitte jonge dokters die met plezier naar hun werk gaan. Want bevlogenheid en een fijne werkcultuur zijn cruciale aspecten voor een goede en veilige zorg, aldus initiatiefnemers De Jonge Specialist (DJS), de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), Landelijke Organisatie Van Aspirant Huisartsen (LOVAH) en VvAA. Te veel a(n)ios kampen momenteel met burn-outklachten of denken na over stoppen. Actie is vereist [bron: Zin in Zorg ]

Op 20 november werd de beweging gelanceerd. Jonge dokters praatten over hun werkplezier: Wat geeft werkplezier, wat bepaalt werkplezier en wat moet er minder, meer of anders om werkplezier te behouden of vergroten? Het initiatief voor dit gesprek kwam van de jonge dokters zelf en wordt gesteund door de IGJ. Zin in Zorg beoogt niets minder dan een beweging te zijn: iedereen die het werkplezier en het welzijn van dokters belangrijk vindt mag hierover meepraten, meedenken en (vooral) meedoen. Ter voorbereiding voor de kick-off bijeenkomst schreven Kiki Lombarts, Elisa Bindels, Maarten Debets en Iris Jansen van de PP&CC onderzoeksgroep de notitie Werkplezier en Welbevinden van De Nieuwe Generatie Dokters. Wij blijven betrokken en kijken uit naar het vervolg. 

De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) vreesde dat het welzijn van haar leden in het gedrang komt door de hoge werkbelasting die cardiologen ervaren. Teneinde hierop adequaat te kunnen acteren beoogde de Commissie Kwaliteit (CK) van de NVVC het welzijn van Cardiologen in Nederland te inventariseren. Deze inventarisatie markeerde de eerste stap in het toewerken naar aanbevelingen en mogelijk een ‘streef-norm’ voor een gezonde cardiologische praktijkvoering. De inventarisatie en het bijbehorend onderzoek werd door onze onderzoeksgroep uitgevoerd.

Vanuit de onderzoeksgroep is Rosa Bogerd in de lead voor de uitvoering en terugkoppeling van het onderzoek. Met het team hebben wij een vragenlijst gebouwd, bestaande uit de belangrijkste constructen uit de literatuur over werkplezier en burn-out, die inzicht moet geven in onder andere welzijn, werkplezier, werkbelasting, tijd voor de patiënt, veerkracht, feedbackcultuur en teamsfeer bij de Nederlandse cardiologen. 374 cardiologen vulden de lijst in. De data zijn geanalyseerd en waren richtinggevend voor het kwaliteitsbeleid 2020-2025 van de NVVC. De resultaten zijn opgeschreven in twee wetenschappelijke artikelen. De link naar de artikelen vindt u onderaan de tekst.

Een korte samenvatting van de bevindingen vindt u hier…

  • Aspecten in de organisatie van de zorgpraktijk blijken minder belangrijk voor het welzijn van cardiologen dan vaak wordt aangenomen. Belangrijke voorspellers voor welzijn werden meer gevonden in de domeinen van een welzijnscultuur en persoonlijke veerkracht karakteristieken.
  • Het verhogen van energiegevers, zoals autonomie en betekenisvol patientcontact, is effectiever dan het verlagen van energievreters, zoals administratielast voor het verhogen van welzijn.
  • Take home message: het welzijn van de Nederlandse cardioloog verhogen? Zet in op de veerkrachtige cardioloog met een goede werk-prive balans, die zingeving ervaart in zijn/ haar werk!


De inrichting van de medisch specialistische opleiding in Nederland is aanzienlijk veranderd de afgelopen jaren. Opleiders staan voor de uitdaging dat zij een breder opleidingsprogramma moeten verzorgen en rekening moeten houden met steeds verder geïndividualiseerde opleidingstrajecten van AIOS. Ook bredere uitdagingen in de gezondheidszorg, zoals de groeiende zorgvraag en het toenemende verloop van zorgprofessionals hebben impact op de dagelijkse praktijk van de medische vervolgopleiding. Van opleiders wordt ondanks deze ontwikkelingen verwacht dat zij zorg dragen voor een opleiding van hoge kwaliteit. Maar hoe wordt een opleider nu optimaal ondersteund in deze werkzaamheden? En hoe ziet een ideaal opleidersklimaat er eigenlijk uit?

Onze onderzoeksgroep beoogt deze vragen te beantwoorden middels het onderzoeksproject ‘Opleidersklimaat binnen de medisch specialistische vervolgopleidingen’. Het onderzoek beoogt bij te dragen aan het inzichtelijk maken en  – waar nodig – verbeteren van het opleidersklimaat zoals dat door opleiders en supervisoren wordt ervaren. Inzicht krijgen in wat er van belang is voor opleiders om zich gesteund te voelen en goed hun werk te kunnen doen is een belangrijke stap om hen de juiste ondersteuning te kunnen gaan of blijven bieden. Zo willen wij uiteindelijk een bijdrage leveren aan het werkplezier van opleiders, aan de kwaliteit van de medische vervolgopleiding, en aan een werkomgeving die past bij de realiteit van de medisch specialist.

Bent u geïnteresseerd in dit project, en zou u er meer over willen weten? Aarzel dan niet om contact op te nemen met hoofdonderzoeker Anne van Graafeiland (a.w.vangraafeiland@amsterdamumc.nl).